Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En de [34]vorst, die in het midden van [35]hen is, zal [36][het gereedschap] op den schouder dragen in donker, en hij zal uitgaan; zij zullen door den [38]wand graven, om [hem] daardoor uit te brengen; hij zal zijn [39]aangezicht bedekken, opdat hij met het oog de aarde niet zie. 34. Namelijk de koning Zedekia, van wien in vs.10 gesproken is. 35. Dat is, van die van Jeruzalem en gans Juda. 36. Te weten die ter verreizing nodig is, gelijk boven vs.4. 37. Vergelijk boven vs.4,6,7. 38. Dat is, muur; vergelijk boven vs.5. 39. Vergelijk boven vs.6.